• IPA: /ˌaboːmɪˈnaːrɪ/
  • ab·o·mi·na·ri
  • Werkwoordelijke afleiding van ōmen met het voorvoegsel ab-.
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. pass.
1e pers. enk.
ind. perf. pass.
ăbōmĭnāri ăbōmĭnor ăbōmĭnātus sum
eerste vervoeging volledig deponens

ǎbōmĭnāri

  1. verwensen, verafschuwen