• ab·di·se·rast
  • Nynorske bivoeglijknaamwoordsvorm en werkwoordsvorm met het voorvoegsel an-, met het achtervoegsel -era en met de woorduitgang -st

abdiserast

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van abdisera

abdiserast

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van abdisere