Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • groos·si

Bijvoeglijk naamwoord

aaremri

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van aarem

aaremri

  1. onbepaald nominatief en accusatief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van aarem