• aardt
vervoeging van
aarden

aardt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aarden
    • Jij aardt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aarden
    • Hij aardt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aarden
    • Aardt! 
     Volgens mij aardt ze naar haar moeder.[1]


  1. Victoria Holt
    “Gevangene van de Pasja” (1989), Saga, ISBN 9788726484915