• aar·di·ger

aardiger

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van aardig
     Ze was een heel moederlijke vrouw en ik begon haar steeds aardiger te vinden.[1]
     „Een die ze aardiger vindt!" Ik schrok er zelf van.[2]
  1. Victoria Holt
    “De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823
  2. Victoria Holt
    “Bekentenissen van een koningin” (1968), Saga, ISBN 9788726484847