aardbeien
- aard·bei·en
de aardbeien mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aardbei
- ▸ Het was niet tot haar doorgedrongen dat het een taart was, want het cakegedeelte ging geheel schuil onder een laag aardbeien.[1]
- ▸ Eens ging hij in Choisy alleen een wandeling maken; toen hij terugkwam ontmoette ik, met mijn schoonzusters, hem in het park en wij gingen op een bank aardbeien zitten eten.[2]
- Het woord aardbeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aardbeien" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Amanda Block“De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
- ↑ Victoria Holt“Bekentenissen van een koningin” (1968), Saga, ISBN 9788726484847
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be