aanwoekerde
- Geluid: aanwoekerde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱwukərdə / (4 lettergrepen)
- aan·woe·ker·de
vervoeging van |
---|
aanwoekeren |
aanwoekerde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanwoekeren
- ... dat ik aanwoekerde.
- ... dat jij aanwoekerde.
- ... dat hij, zij, het aanwoekerde.
- ... dat ik aanwoekerde.
- Het woord aanwoekerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.