aanwerkend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanwerkend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aan·wer·kend

Werkwoord

vervoeging van:	aanwerken
verbogen vorm:	aanwerkende

aanwerkend

1. onvoltooid deelwoord van aanwerken

Gangbaarheid

• Het woord aanwerkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.