aanvoelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvoelt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvult / (2 lettergrepen)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈanvuɫt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈanvult/
Woordafbreking
- aan·voelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanvoelen |
aanvoelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvoelen
- ... dat jij aanvoelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvoelen
- ... dat hij aanvoelt.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanvoelt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.