aanvaardt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·vaardt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanvaarden |
aanvaardt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvaarden
- Jij aanvaardt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvaarden
- Hij aanvaardt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvaarden
- Aanvaardt!
Gangbaarheid
- Het woord 'aanvaardt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.