aantrapten
- Geluid: aantrapten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈantrɑptə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·trap·ten
vervoeging van |
---|
aantrappen |
aantrapten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aantrappen
- ...dat wij aantrapten.
- ...dat jullie aantrapten.
- ...dat zij aantrapten.
- ...dat wij aantrapten.
- Het woord aantrapten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.