aanswitchte
- Geluid: aanswitchte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanswɪtʃtə / (3 lettergrepen)
- aan·switch·te
vervoeging van |
---|
aanswitchen |
aanswitchte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanswitchen
- ... dat ik aanswitchte.
- ... dat jij aanswitchte.
- ... dat hij, zij, het aanswitchte.
- ... dat ik aanswitchte.
- Het woord 'aanswitchte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.