aanstrijkt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstrijkt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstrɛikt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·strijkt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanstrijken |
aanstrijkt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstrijken
- ... dat jij aanstrijkt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstrijken
- ... dat hij aanstrijkt.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanstrijkt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.