aanstraalden
- aan·straal·den
vervoeging van |
---|
aanstralen |
aanstraalden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanstralen
- ...dat wij aanstraalden.
- ...dat jullie aanstraalden.
- ...dat zij aanstraalden.
- ...dat wij aanstraalden.
- Het woord aanstraalden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.