aanstonden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstonden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstɔndə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ston·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanstaan |
aanstonden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanstaan
- ...dat wij aanstonden.
- ...dat jullie aanstonden.
- ...dat zij aanstonden.
- ...dat wij aanstonden.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanstonden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.