aansteven
- aan·ste·ven
vervoeging van |
---|
aanstevenen |
aansteven
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstevenen
- ... dat ik aansteven.
vervoeging van |
---|
aanstijven |
aansteven
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanstijven
- ...dat wij aansteven.
- ...dat jullie aansteven.
- ...dat zij aansteven.
- ...dat wij aansteven.
- Het woord aansteven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.