aanstelden
- Geluid: aanstelden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstɛldə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·stel·den
vervoeging van |
---|
aanstellen |
aanstelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanstellen
- ...dat wij aanstelden.
- ...dat jullie aanstelden.
- ...dat zij aanstelden.
- ...dat wij aanstelden.
- Het woord aanstelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.