aansponnen
- Geluid: aansponnen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanspɔnə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·spon·nen
vervoeging van |
---|
aanspinnen |
aansponnen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanspinnen
- ...dat wij aansponnen.
- ...dat jullie aansponnen.
- ...dat zij aansponnen.
- ...dat wij aansponnen.
- Het woord 'aansponnen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.