aanleunwoninkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanleunwoninkje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanlønˌwonɪŋkjə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·leun·wo·nin·kje
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van aanleunwoning met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
het aanleunwoninkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanleunwoning