aankochten
- Geluid: aankochten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋkɔxtə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·koch·ten
vervoeging van |
---|
aankopen |
aankochten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aankopen
- ...dat wij aankochten.
- ...dat jullie aankochten.
- ...dat zij aankochten.
- ...dat wij aankochten.
- Het woord aankochten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.