aankloegen
- Geluid: aankloegen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋkluɣə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·kloe·gen
vervoeging van |
---|
aanklagen |
aankloegen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanklagen
- ...dat wij aankloegen.
- ...dat jullie aankloegen.
- ...dat zij aankloegen.
- ...dat wij aankloegen.
- Het woord aankloegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.