aanhoestten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanhoestten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aan·hoest·ten

Werkwoord

vervoeging van
aanhoesten

aanhoestten

1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanhoesten
   

   • ...dat wij aanhoestten. 
     
   • ...dat jullie aanhoestten. 
     
   • ...dat zij aanhoestten. 

Gangbaarheid

• Het woord aanhoestten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.