aanflitst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·flitst
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanflitsen |
aanflitst
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanflitsen
- ... dat jij aanflitst.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanflitsen
- ... dat hij aanflitst.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanflitst' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.