aaneenregen
- Geluid: aaneenregen (hulp, bestand)
- IPA: / anˈenreɣə(n) / (4 lettergrepen)
- aan·een·re·gen
vervoeging van |
---|
aaneenrijgen |
aaneenregen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aaneenrijgen
- ...dat wij aaneenregen.
- ...dat jullie aaneenregen.
- ...dat zij aaneenregen.
- ...dat wij aaneenregen.
- Het woord aaneenregen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.