aanbiddertje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbiddertje (hulp, bestand)
- IPA: / amˈbɪdərcə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·bid·der·tje
Zelfstandig naamwoord
het aanbiddertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanbidder
Gangbaarheid
- Het woord 'aanbiddertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.