• aa·gschtos·se
  • Pennsylvania-Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel aa- en met het voorvoegsel g-

aagschtosse

  1. voltooid (verleden) deelwoord van aaschtoosse [1]

hot aagschtosse

  1. derde persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aaschtoosse [1]
    «Sei Soh, der Frederick Eisenhauer hot die Mennsichde Karrich verlosse un hot die Rewwer Brudder Karrich aagschtosse.»
    Zijn zoon Frederik heeft de Doopsgezinde Kerk verlaten en wordt lid van de River Brethren Church.
  1. 1,0 1,1 Het voltooid deelwoord aagschtosse wordt gecombineerd met een persoonsvorm van het hulpwerkwoord hawwe.