Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • USB·tjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de USB'tjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord USB, in de betekenis USB-stick
Schrijfwijzen
Opmerkingen
  • Omdat de afkorting "USB" steeds meer in het spraakgebruik voorkomt, is de spelling met kleine letters "usb" ook verdedigbaar geworden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen