Samstagvormittags
- Geluid: Samstagvormittags (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzamstaːkˌfoːɐ̯mɪtaːks /
- Sams·tag·vor·mit·tags
- Duitse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel vor-
Samstagvormittags
- genitief mannelijk enkelvoud van Samstagvormittag
Samstagvormittags