Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Häu·ser

Zelfstandig naamwoord

Häuser

  1. nominatief onzijdig meervoud van Haus

Häuser

  1. genitief onzijdig meervoud van Haus

Häuser

  1. accusatief onzijdig meervoud van Haus