• Fel·der

Felder

  1. nominatief onzijdig meervoud van Feld

Felder

  1. genitief onzijdig meervoud van Feld

Felder

  1. accusatief onzijdig meervoud van Feld


  • Fel·der

Felder

  1. onzijdig meervoud van Feld
    «Die Felder un Grass sin braun. Mir misse Rege griege.»
    De velden en het gras zijn bruin. We moeten regen krijgen.