• Durst
  • erfwoord Ontwikkeld uit Middelhoogduits durst, Oudhoogduits thurst, uit Germaans *þurstu- “dorst”, verwant aan Nederlands dorst, Engels thirst, Zweeds törst, in de betekenis van ‘verlangen (naar drinken)’, aangetroffen sinds de 9e eeuw. [1]

Durst m

  1. dorst, behoefte aan drinken
  1.   Weblink bron „Durst“ in:
    Wolfgang Pfeifer et al.
    Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (1993), digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache op dwds.de