Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bas·se·veld·se
enkelvoud meervoud
naamwoord Basseveldse Basseveldsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Basseveldsev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Bassevelde, of een vrouw afkomstig uit Bassevelde
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Basseveldse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Bassevelds

Gangbaarheid