Aswoensdagen
- Geluid: Aswoensdagen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaswunzdɑɣə(n) / (4 lettergrepen)
- As·woens·da·gen
- Aswoensdag met de uitgang -en
de Aswoensdagen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord Aswoensdag
- ▸ De zotheid van carnaval is reeds de burgerlijkheid van carnaval; eeuwig blijft het carnaval het carnaval der burgers, eeuwig slepen de kleurige lappen van voorbije of verre Aswoensdagen achter de feestgangers aan.[1]
- Het woord 'Aswoensdagen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.