Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • As·woens·da·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de Aswoensdagenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Aswoensdag
     De zotheid van carnaval is reeds de burgerlijkheid van carnaval; eeuwig blijft het carnaval het carnaval der burgers, eeuwig slepen de kleurige lappen van voorbije of verre Aswoensdagen achter de feestgangers aan.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Het carnaval der burgers : Een gelijkenis in gelijkenissen, 2e druk (1934) in: Verzameld werk. Deel 1. (1950), G.A. van Oorschot, Amsterdam, p. 29