• Ab·dul·lah·tje

het Abdullahtjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Abdullah
    • Waarschijnlijk heb ik dan meteen een woest Abdullahtje aan mijn tafel dat me nú alvast verontwaardigd komt vertellen dat hij dat mooi niet doet: "Neuheu, dat ga ik níet doen!" [1]