Huidig
bestand
0
  • -åring

-åring

  1. (in samenstellingen met telwoorden) zoveel jaar oud als het voorvoegsel zegt.
    «Fire ungdommer fra Voss ble denne uka pågrepet etter at de skal ha stjålet 300.000 kroner fra en 89-åring
    Vier jongeren uit Voss werden deze week gearresteerd nadat ze 300.000 Noorse kronen van een 89-jarige gestolen zouden hebben.


Huidig
bestand
0
  • -åring

-åring

  1. (in samenstellingen met telwoorden) zoveel jaar oud als het voorvoegsel zegt.
    «Tilstanden til 26-åringen som tysdag morgon hamna i ei trafikkulukke i Brynagjelet, er ikkje lenger alvorleg.»
    De toestand van de 26-jarige die dinsdagochtend in Brynagjelet bij een verkeersongeval betrokken was is niet langer ernstig.