• IPA: \kai.daɴ\, [ka̠idã̠ɴ]

階段

  1. trap
    «階段駆け上がる»
    de trap oplopen
    «30らせん階段»
    een draaitrap van dertig treden
  2. figuurlijke ladder (van succes, bijvoorbeeld)
  1. 梯子段
  1. 会談 gesprek
  2. 怪談 spookverhaal
  3. 戒壇 altaar