• IPA: /tɐˈnuf/

тонув

  1. bijwoordelijk verleden deelwoord van тонуть (onvoltooid aspect): na gezonken te zijn
    «И солнце за морем тонув
    Дарило мне ушедший день,»[1]
    Terwijl de zon in de zee verzonk
    gaf zij mij de vergane dag aan.


  1.   Weblink bron
    Pjotr Stanov
    “Stichi.ru (verzen)”