тихо

  1. zachtjes, stilletjes
  1. vergrotende trap: тише

тихо

  1. aansporing om stil te zijn, te zwijgen
    «Тихо! Слушай!»
    Stil! Luister!

тихо

  1. overanderlijk predicaatswoord kalm, rustig
    «На море тихо
    Het is kalm op zee

тихо

  1. korte vorm onzijdig van тихий