• се·ра·да

серада v

  1. woensdag
    «У сераду ўвечары пайду на вечарынку.»
    Woensdagavond zal ik naar het evenement gaan.
  • Latijnse transcriptie: seradá


Dagen in het Wit-Russisch
панядзелак
maandag
аўторак
dinsdag
серада
woensdag
чацьвер, чацвер
donderdag
пятніца
vrijdag
субота
zaterdag
нядзеля
zondag