zwemmertjes
- Geluid: zwemmertjes (hulp, bestand)
- zwem·mer·tjes
de zwemmertjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwemmer
- ▸ Jonge, naakte zwemmertjes met glimmende bruine bastjes haasten zich uit het geelbruine water, onze boot moet juist daar aanleggen.[1]
- Het woord zwemmertjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Klijn“Van regenwoud tot bergtop” (2020), KokBoekencentrum Uitgevers, ISBN 9789043535007