zwembaden
- zwem·ba·den
de zwembaden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zwembad
- ▸ Mychal sloeg af naar Tenth Street en we reden nog een eindje door tot we bij een winkel met zwembadbenodigdheden kwamen met een flikkerend verlicht bord, rosenthal zwembaden.[1]
- Het woord zwembaden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Schildpadden tot in het oneindige” (2017), Gottmer , ISBN 9789025768652