zwelgt
- zwelgt
vervoeging van |
---|
zwelgen |
zwelgt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwelgen
- Jij zwelgt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwelgen
- Hij zwelgt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwelgen
- Zwelgt!
- ▸ Maar u bent verblind door de uitdovende straling van laagwaardige technologie en zwelgt in de kinderkamer van de moderne beschaving, zonder enige geestelijke voorbereiding op de naderende ultieme strijd die het lot van de mensheid zal bepalen.[1]
- Het woord zwelgt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Liu Cixin“Het donkere woud” (2008), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645828