zwegen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwe·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwijgen |
zwegen
- meervoud verleden tijd van zwijgen
- Wij zwegen.
- Jullie zwegen.
- Zij zwegen.
- Wij zwegen.
Gangbaarheid
- Het woord zwegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwegen" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be