zweed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zweed
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zweden |
zweed
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zweden
- Ik zweed.
- gebiedende wijs van zweden
- Zweed!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zweden
- Zweed je?
Gelijkklinkende woorden
Gangbaarheid
- Het woord zweed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.