zwangerder
- Geluid: zwangerder (hulp, bestand)
- zwan·ger·der
zwangerder
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van zwanger
- Ze had zich nog nooit zo zeker gevoeld. En trots. En zwangerder dan ooit. [1]
- Het woord zwangerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ De Bloc, L."Kareltje" in: De Brakke Hond. jrg. 8 nr. 30 (juni 1991) Lieve De Boeck, Antwerpen; p. 152; geraadpleegd 2017-03-20