zouters
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zou·ters
Bijvoeglijk naamwoord
zouters
- partitief van de vergrotende trap van zout
- Dat is iets zouters...
Zelfstandig naamwoord
de zouters mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zouter
zouters
de zouters mv