zoomt
- zoomt
vervoeging van |
---|
zomen |
zoomt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zomen
- Jij zoomt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zomen
- Hij zoomt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zomen
- Zoomt!
vervoeging van |
---|
zoomen |
zoomt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoomen
- Jij zoomt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoomen
- Hij zoomt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zoomen
- Zoomt!
- Het woord zoomt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.