zonnige
- zon·ni·ge
zonnige
- verbogen vorm van de stellende trap van zonnig
- ergens de zonnige kant van inzien
ook bij tegenslagen kunnen zien wat de voordelen zouden kunnen zijn
- • ‘Ja, maar dat is misschien wel een beetje mijn karakter. Ik zie overal de zonnige kant van in. Ik zie er altijd uit alsof het dramatisch met me gesteld is, maar dat is niet zo.’ [1]
- Het woord zonnige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ de Volkskrant Nathalie Huigsloot25 januari 2019 INTERVIEW JAN MULDER