Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zin·ne·lo·ze

Bijvoeglijk naamwoord

zinneloze

  1. verbogen vorm van de stellende trap van zinneloos

Gangbaarheid

54 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be