zinderde na
- Geluid: zinderde na (hulp, bestand)
- zin·der·de na
vervoeging van |
---|
nazinderen |
zinderde na
- enkelvoud verleden tijd van nazinderen
- Ik zinderde na.
- Jij zinderde na.
- Hij, zij, het zinderde na.
- Ik zinderde na.
- Het woord zinderde na staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.